Arnold Beugelsdijk maakt een lijntekening van 2,40m hoog

Eerder heeft hij een aantal schetsen gemaakt van een vrouw in een lange, gestreepte jurk.
Zijn beslissing was om het geheel diagonaal op te zetten.
Dat onderstreept het idee van beweging. Alle figuren moesten elkaar overlappen.
Omdat hij de vrouw bewonderd om haar werk, ze is portretschilder, verheft een man de totale groep.
Arnold tekent zichzelf, rechtsonder. De keuze om de tekening z/w uit te werken heeft te maken met het lijnenspel van de jurk.
Het ritme van de lijnen komt zo beter uit en als een waterval buitelt alles naar beneden.